Een goede indeling van je koelkast houdt eten langer vers en voorkomt verspilling. Ontdek hoe je een koelkast op de beste manier ordent en welke producten je misschien beter buiten de koelkast bewaart.
Een gemiddelde koelkast heeft 3 planken, een groentelade en deurvakken. De temperatuur van de koelkast verschilt een klein beetje per zone. Bovenin is het iets warmer, op de onderste plank en in de lades is het het koudst. Door vaste plekken te kiezen, blijft je eten langer goed en voorkom je kruisbesmetting. Zet bovenin producten die minder koud hoeven, in het midden spullen voor dagelijks gebruik en onderin rauw vlees of rauwe vis.
Boven in de koelkast is het net iets minder koud dan op de lagergelegen planken. Vaak is het hier gemiddeld 6 graden Celsius. Dit maakt de hoogste plank een goede plek voor bijvoorbeeld salades, smeerkaas, blokken margarine en eieren (in doos). Ook geopende potten jam, appelmoes of gedroogde tomaten zet je het liefst boven in de koelkast.
In de middelste zone is het meestal tussen de 4 en 6 graden Celsius, wat een goede temperatuur is voor melk, yoghurt en kaas. Op de middelste plank blijven dit soort zuivelproducten op een stabiele temperatuur, anders dan bijvoorbeeld in de koelkastdeur die steeds open- en dichtgaat. Ook kliekjes zet je bij voorkeur op de middelste plank. Doe dit soort restjes in afsluitbare bakjes voorzien van een datum.
In de onderste regio van de koelkast is het het koudst. Daar leg je rauw vlees, rauwe vis en kip. Bewaar deze producten los van klaargemaakte maaltijden en groente. Dit helpt om het risico van kruisbesmetting met andere voedingsmiddelen te minimaliseren. Leg de verpakkingen met houdbaarheidsdatum zichtbaar naar voren, zodat je meteen ziet of een product nog goed is.
In de koelkastdeur schommelen de temperaturen het meest. Het is daarom slim om hier producten neer te zetten die het minst last hebben van een houdbaarheidsdatum. Denk aan mayonaise, frisdrank of flessen bakboter. Heb je medicijnen die je gekoeld moet bewaren? De bovenste vakjes in de koelkastdeur zijn hier een handige plek voor.
Bijna elke koelkast heeft een groentelade. Dit is dan ook de beste plek om groente en fruit te bewaren. Toch hoeven niet alle groenten en elke fruitsoort per se in de koelkast. Sommige producten blijven juist smaakvoller en een tijdje goed houdbaar als je ze buiten de koelkast bewaart.
Bewaar groenten als broccoli, bloemkool, champignons en prei bij voorkeur in de koelkast. Leg ze in de groentelade. Als dat niet past, kun je groente en fruit het best op de middelste plank leggen. Let op dat je ze niet tegen de achterwand van de koelkast legt. Zo voorkom je bevriezing.
Groenten zoals tomaat, komkommer, paprika, aubergine en courgette worden vaak in de koelkast bewaard, terwijl het eigenlijk beter is om die buiten de koelkast te bewaren. Hier blijven deze producten namelijk smaakvoller. Ook appels, peren en mango’s bewaar je het liefst buiten de koelkast. Hier rijpt dit soort fruit namelijk beter. Hetzelfde geldt voor avocado’s. Als dit fruit eenmaal rijp is, kun je er wel voor kiezen om het in de koelkast te bewaren.
De afmeting van een koelkast bepaalt mede hoe makkelijk je producten bewaart. In een ruime inbouwkoelkast of een Amerikaanse koelkast kun je een stuk meer boodschappen kwijt dan in een minikoelkast of een tafelmodel-koelkast. Dit hoeft geen probleem te zijn, als je zo’n kleinere koelkast maar slim indeelt. Zet bovenin boter, salades en eieren. Plaats in het midden ander zuivel, vleeswaren en restjes. Leg onderin rauw vlees of rauwe vis in een lekdichte bak om druppels op te vangen. Gebruik de deur voor sauzen, dressings, kleine flesjes en dranken. Maak waar kan gebruik van handige, stapelbare opbergbakjes. Zo deel je een kleine koelkast slim in én voorkom je smaakoverdracht en kruisbesmetting.
Een koelkast is met planken meestal opgedeeld in 3 zones. Houd er bij het indelen van je koelkast rekening mee dat het op de bovenste plank een paar graden warmer is dan in het onderste gedeelde en dat producten in de koelkastdeur goed tegen schommelende temperaturen moeten kunnen. Leg daarom bovenin boter en eieren, in het midden ander zuivel en restjes en onderin rauw vlees en rauwe vis. Groente en fruit gaan in de groentela.
