
Door de voedselzones in koelkasten correct te gebruiken, voorkomt u dat voedsel bederft.
- Bovenaan: zuivelproducten (zoals kaas, yoghurt, room), geopende potten en restjes krijgen hier een plekje.
- In het midden: charcuterie bewaar je hier. Net als eieren (ook al is er meestal speciaal ruimte voorzien in de deur) en melk, soep en gebak.
- Onderaan: rauw vlees, rauwe vis en andere zaken die snel bederven bewaar je het best op de onderste schappen van de koelkast. Daar is de temperatuur het laagst.
- Groenten en fruit bewaar je in de groentelade. Leg fruit en groenten als het kan in een aparte lade.
- De deur is het warmste deel van de koelkast, dus zaken die niet te koud bewaard moeten worden, zoals drank (géén melk), boter, sauspotjes en knijptubes, en niet geopende potten, zet je hier