Een sapcentrifuge en slowjuicer gebruik je allebei om je eigen verse jus d’orange of appelsap te maken. De apparaten doen dit alleen net op een andere manier. In dit artikel lees je hoe een sapcentrifuge en een slowjuicer werken en ontdek je direct de belangrijkste verschillen tussen beide keukenapparaten.
Een sapcentrifuge is een apparaat dat groente en fruit razendsnel tot sap verwerkt. Je stopt de ingrediënten in de vulopening en het apparaat perst ze met een draaiende rasp en centrifuge uit. Hierdoor scheidt de sapcentrifuge het sap van de pulp. Het resultaat: helder sap dat snel klaar is, zeer geschikt voor een gezonde vitamineboost op een drukke ochtend. Een sapcentrifuge werkt het beste met groenten en fruit waar veel vocht in zit, zoals appels en sinaasappels.
Een slowjuicer perst groente en fruit langzaam en zorgvuldig. In plaats van te raspen, kneust dit apparaat de ingrediënten voorzichtig met een schroef. Zo ontstaat minder warmte en schuim, waardoor er meer voedingsstoffen en vezels in het sap zouden blijven zitten. Dit is overigens niet wetenschappelijk bewezen. Een slowjuicer maakt sap van zowel harde als zachte groente en fruit, zoals bessen, bladgroenten en tarwegras. Het sap is vaak wat dikker en voller van smaak als je het vergelijkt met sap uit een sapcentrifuge.
Hoewel het resultaat van beide apparaten min of meer hetzelfde is, namelijk een versgeperst sapje, zijn er wel degelijk duidelijke verschillen tussen een sapcentrifuge en een slowjuicer. Onder meer de bereidingswijze en de grootte van de vulopening zijn anders, net als het type ingrediënten die het meest geschikt zijn en de dikte van het sap dat je na het persen krijgt.
Een sapcentrifuge werkt met een scherpe rasp die razendsnel ronddraait. Door deze kracht wordt het sap uit de pulp geslingerd. Een slowjuicer draait langzaam en kneust ingrediënten om het sap eruit te persen. Hierdoor spettert het minder en blijft er meer sap over.
De vulopening van een sapcentrifuge is vaak groter dan die van een slowjuicer. Je stopt hele appels of grote stukken groente in één keer in de opening van een sapcentrifuge. Bij een slowjuicer is de vulopening meestal kleiner. Je snijdt ingrediënten dus vooraf in stukjes. Dit kost misschien iets meer tijd, maar het zorgt wel voor een gelijkmatige sapstroom.
In een sapcentrifuge stop je groente en fruit die van zichzelf veel vocht in zich hebben. Denk aan sinaasappels, appels of citrusvruchten. Een slowjuicer knijpt bijna al het sap uit elk ingrediënt. Zelfs uit groente en fruit waar niet veel vocht in zit, zoals cashewnoten, avocado of bananen. De pulp die overblijft uit een slowjuicer is dan ook heel droog.
Een sapcentrifuge produceert over het algemeen heel helder sap. Dat komt omdat een sapcentrifuge snel ronddraait en daarmee vooral vocht uit de ingrediënten haalt. Het sap uit een slowjuicer is iets dikker in vergelijking met dat uit een centrifuge. Door de langzamere manier van persen blijven er namelijk meer vezels achter in het sap. Dit meer geconcentreerde sap is overigens niet per se gezonder dan het heldere sap uit een sapcentrifuge.
| Eigendom | Sapcentrifuge | Slowjuicer |
|---|---|---|
| Bereidingswijze | Heel snel raspen | Langzaam persen |
| Vulopening | Groot (weinig snijwerk vooraf) | Klein (meer snijwerk vooraf) |
| Type ingrediënten | Type ingrediënten | Vochtrijk en vochtarm |
| Troebel of helder sap | Helder | Troebel |
Wil je vers sap maken? Dan heb je de keuze uit een sapcentrifuge of slowjuicer. Een sapcentrifuge werkt snel en maakt helder sap, bij voorkeur van vochtrijke groente en fruit. De slowjuicer perst langzaam en haalt ook uit vochtarme ingrediënten sap. Het sap is dikker en voller van smaak, omdat er meer vezels overblijven. De vulopening van een sapcentrifuge is groter, waardoor je ingrediënten minder hoeft te snijden. Beide apparaten leveren lekker vers sap, maar de bereidingswijze, het soort ingrediënten en de structuur van het sap verschillen.
