Mediamarkt Logo

Op zoek naar een flitser? We helpen je graag!

De meeste camera's hebben een ingebouwde flitser. Externe flitsers zijn echter aanzienlijk krachtiger, waardoor je een groter flitsbereik krijgt. Maar welke flitser heb je nodig en waar moet je op letten? Wij helpen je graag op weg.

1. Soorten flitsers: reportage-, ring- en macroflitsers

Wil je een flitser op je camera bevestigen, dan moet die zijn voorzien van een flitsschoen. Alle spiegelreflexcamera's, de meeste systeemcamera's en enkele compact- en bridgecamera's hebben er een. In een flitsschoentje zie je verschillende contacten die worden gebruikt voor de communicatie tussen flitser en camera. Ze verschillen per merk, dus let er altijd op dat je een flitser koopt die voor je camera geschikt is.

Reportageflitser

Reportageflitser

De gewone flitser die je op je camera plaatst, noemen we reportageflitser. De meeste modellen hebben een verstelbare kop die voor indirect flitsen omhoog kan worden gericht. Voor opnamen in verticaal formaat moet de flitser ook zijwaarts kunnen kantelen. Dat is bij eenvoudige modellen soms niet mogelijk. Bij reportageflitsers uit een lager segment is de kop soms niet verstelbaar. Die hebben alleen maar nut als het je puur om extra licht te doen is. Omdat veel fotocamera's erg goed kunnen filmen zijn steeds meer reportageflitsers uitgerust met een of meer krachtige leds aan de voorzijde, die als videolamp fungeren.

Plus- en minpunten Reportageflitser

+ Veel licht

+ Meestal geschikt voor indirecte verlichting

+ Vaak ook geschikt voor gebruik los van de camera

- Minder geschikt voor close-up- en macrofotografie

Ringflitser en macroflitser

Ringflitser en macroflitser

Als je heel dicht bij een onderwerp fotografeert, zou de camera of het objectief het flitslicht in de weg staan. Daarom zijn er speciale flitsers ontwikkeld die voorop het objectief komen te zitten. Bij de ringflitser komt het licht uit een ronde flitsbuis die om het objectief heen komt te zitten. Het licht is vlak en schaduwloos. Voor amateurfotografen zijn ringflitsers dan ook minder interessant.

Natuurlijker licht krijg je met een macroflitser. Die heeft aan weerszijden van het objectief een klein flitsertje zitten. De sterkte van beide flitsertjes is regelbaar, waardoor je heel exact de schaduwwerking in je foto kunt sturen.

Plus- en minpunten Ringflitser en Macroflitser

+ Speciaal voor dichtbij-opnamen

+ Perfect voor macrofotografie

+ Egale, zachte uitlichting

- Laat structuren minder goed zien

2. Toepassingen van flitsers: wanneer flits je?

2. Toepassingen van flitsers: wanneer flits je?

Rechtstreeks naar het onderwerp flitsen geeft harde schaduwen. Richt je de kop van een reportageflitser schuin op het plafond, dan wordt het licht sterk verspreid. Dat geeft een veel zachter en natuurlijker effect.

Licht van opzij, met de flitser los van de camera, doet vormen en structuren optimaal uitkomen en werkt vaak wat natuurlijker dan flitslicht dat vanaf de camera komt. Meestal is het mogelijk dat de camera de los geplaatste flitser daarbij draadloos aanstuurt. In veel gevallen gaat dat met de ingebouwde flitser. Soms is er een speciale stuureenheid of een tweede flitser nodig om de externe flitser aan te sturen.

Hoe hoger een flitser boven het objectief zit, des te minder heb je last van het rode-ogeneffect. Dat is dus een extra voordeel van een externe flitser. Is de afstand tot het onderwerp groot, dan valt dit pluspunt echter weg.

Flitsen is niet alleen nuttig als je licht tekortkomt; het wordt ook gebruikt om schaduwen op te helderen. Dat is het geval bij invulflitsen. Zowel het onderwerp als de achtergrond komen dan goed belicht op de foto.

3. Andere belangrijke eigenschappen

Waar moet je nog meer op letten bij het kopen van een flitser? Sommige extra functies maken je flitser net iets interessanter.

Richtgetal

Richtgetal

Om de maximale hoeveelheid flitslicht van een flitser te berekenen, wordt het begrip richtgetal gebruikt. Dat gaat met de formule: afstand x diafragma = richtgetal. Heb je diafragma 8 nodig om een onderwerp op 5 meter afstand voldoende licht te geven, dan is het richtgetal 40. Op basis van het richtgetal kun je het flitsbereik berekenen. Heeft je flitser richtgetal 36 en is je grootste diafragma (laagste diafragmagetal) f/3.5, dan is het maximale flitsbereik 36 : 3.5 = 10.3 m. Des te hoger het richtgetal, des te krachtiger de flitser.

De meeste reportageflitsers passen hun uitlichtingshoek, ofwel de verspreiding van het licht, automatisch aan de zoominstelling van het gebruikte objectief aan. Zo wordt er geen licht verspild. Vaak wordt het richtgetal opgegeven voor de sterkst ingezoomde stand, want dan is het ‘t hoogst. Moderne camera's nemen met weinig flitslicht genoegen. Ze leveren immers uitstekende prestaties bij hoge ISO-waarden. Zelfs met een compacte middenklasse reportageflitser kun je daarom al een flink flitsbereik realiseren. Bedenk wel dat het flitsbereik sterk afneemt wanneer je via het plafond flitst.

Flitsduur en flitssterkte

Flitsduur en flitssterkte

Moderne camera's meten het flitslicht dat door het objectief op de beeldsensor valt. Is er voldoende licht gegeven, dan geeft de camera de flitser de opdracht de flits te beëindigen. Dit wordt DDL-flitsregeling genoemd (DDL= door de lens, ook TTL genoemd: through the lens). De duur van de flits varieert hierbij: op vol vermogen duurt een flits (afhankelijk van het type) vaak zo'n 1/1.000 of 1/2.000 s. Op korte afstand duurt de flits misschien maar 1/30.000 s. Na elke flits wordt weer energie verzameld voor een flits op vol vermogen. Heb je heel dichtbij geflitst, dan is de flitser daar vrijwel direct mee klaar. Was de afstand groot, dan duurt het een aantal seconden voordat de flitser weer paraat is. Gebruik je een hoge ISO-stand, dan is er weinig flitslicht nodig en is de wachttijd voor de volgende flitsmogelijkheid dus korter. Het aantal flitsen dat je uit een set batterijen haalt is dan ook groter. Professionals kiezen vooral vanwege de korte wachttijd voor een krachtige reportageflitser.

Bij veel flitsers is ook een handmatige instelling van de flitssterkte mogelijk: je kunt de flitser dan instellen op 1/2, 1/4, 1/8 enz. van het volle vermogen. Voor studiotoepassingen en creatieve flitseffecten kan het nuttig zijn de flitssterkte te sturen, omdat je dan de volledige controle hebt. Om de flitser los van de camera te ontsteken zijn er afstandsbedieningen leverbaar (remote trigger). Die werken doorgaans radiografisch. Standaard zorgen ze uitsluitend voor het ontsteken van de flitser. Er zijn echter ook uitvoeringen waarmee de DDL/TTL-flitsregeling draadloos mogelijk is.

4. Andere verlichtingstechnieken - Wat zijn de alternatieven voor een flitser op je camera?

In fotostudio’s worden studioflitsinstallaties gebruikt. De meeste zijn bedoeld voor gebruik binnenshuis en worden aangesloten op het lichtnet. De flitsers worden op verlichtingsstatieven geplaatst en zijn aan de voorzijde voorzien van zogenaamde lichtvormers, zoals flitsparaplu's en softboxen. Hiermee kan de fotograaf het licht volledig naar wens aanpassen. Voor productfotografie zijn de led-panelen in opkomst. Ze zijn makkelijker in het gebruik dan flitslicht. Bovendien gaan led-panelen langer mee.